375 g bloem
1,5 tl baking soda
225 gr vegan margarine
220 gr kokosbloesemsuiker
1/4 theelepel zout
3 el sojamelk (+ een beetje extra voor het bestrijken van de bovenkant)
1,5 kg appels (ik gebruikte delcorf appels)
1 el kaneel
Meng in een kom de bloem, bakpoeder, 200 g suiker, zout, margarine en 3 el sojamelk en kneed het tot een samenhangend appeltaartdeeg dat niet plakt. Wikkel het deeg in bijv plasticfolie en leg het in de koelkast.
Schil de appels en snij ze in stukjes. Doe de stukjes in een kom. Voeg dan de rest van de suiker en kaneel toe en meng goed door. Zet het appelmengsel in de koelkast.
Verwarm de oven voor op 180°C.
Haal het deeg uit de koelkast en verdeel het in 3 delen (1x bodem, 1x zijkanten, 1x reepjes voor de bovenkant).
Bekleed de springvorm met ⅔ van het deeg (bodem en rand). Prik met een vork gaatjes in de bodem om te voorkomen dat de cake nat wordt. Vul de met bakpapier beklede springvorm met het appelmengsel.
Van het laatste deel van het deeg maak je 8 mooie ronde bolletjes die je tot stroken kunt uitrollen. Het deeg is niet erg glad, dus het kan snel uit elkaar vallen als je het op een andere manier doet. Leg de stroken kruiselings over de taartvulling.
Bestrijk de bovenkant van de cake met sojamelk voor een mooie goudbruine kleur.
Bak de appeltaart in het midden van de oven in ongeveer 1 uur gaar. Laat afkoelen zodat de cake stevig kan worden.